Waaiendijk
Vraag:
Is het de wind die roet en vuiligheid hierheen
jaagt en verre geluiden ijl en in flarden tot
bij ons brengt? Is het de wind die afval in het
stekelgras hangt en onze haren en harten verwart?
Is het de wind die eindeloos over deze betonnen
vlakte jaagt die maakt dat het hier... anders is?
Zo antwoorden wij: wij weten het niet.
Wij weten wel: in Waaiendijk waait alles
bijeen wat in de stad te licht of te los is.
Valavond. Een stukske braakgrond op den Dam, een wijk in Antwerpen. Aan de einder snijdt de stad hoekskes uit den hemel - nu eens is die vuurrood, dan weer jakkeren wolken jachtig voort - en waar wij ook kijken, nergens ontsnapt ons oog aan de wereld zoals die werkelijk is.
Hier vertelden wij het verhaal van Lutgard Fonteyn, een vrouw op zoek naar een nieuwe thuis in een dreigende wereld. Op een dag spoelt zij in Waaiendijk aan. Door haar verwonderde ogen aanschouwen wij het leven aldaar. Wij zien dat het leven er vriendelijk is. Tot de malafide verkoper van plaffeturen Pol Proost haar een onveilige wereld schildert. Lutgard plaatst een bestelling, maar krijgt daar daar al snel spijt van. Ze onderneemt een queeste naar de kantoren Proost ten einde de bestelling te annuleren. Het wordt later en donker. Spots floepen aan die vreemde schaduwen over het land werpen. De aanvankelijke gemoedelijkheid der Waaiendijkers wordt grillig. En gevaarlijk.
In mei 2002 werd de voorstelling hernomen in Leuven. Op vraag van kunstencentrum Stuk werd in dezelfde periode 'Waaiendijk' getransformeerd tot 'Leuvendijk'. De acteurs waren inwoners van de stad Leuven. Gedurende twee maanden interviewde Bart Van Nuffelen alle potentiele deelnemers. Hun verhalen werden geïntegreerd in de tekst. 'Leuvendijk' werd zo tegelijk ook een commentaar op 'Waaiendijk'.
'Waaiendijk' werd geschreven in de periode oktober 2000- juni 2001. Als voornaamste inspiratiebron diende het verzamelde werk van Gerard Walschap en de roman 'Houtekiet' in het bijzonder. De naam 'Waaiendijk' is dan weer ontleend aan Louis Paul Boon.
SPEELLIJST
Waaiendijk ging in première in het kader van de Zomer van Antwerpen in juli 2001 op een stukske braakland op den Dam in Antwerpen. De voorstelling speelde er twintig keer. De reeks werd verder gezet in het Mielegebouw van Theater Antigone te Kortrijk. In mei 2002 werd de voorstelling hernomen in Leuven op het dak van drankencentrum Terclavers.
'De voorstelling is evengoed Antwerps gekleurd, met hints naar de groeipijnen van de grootstad en de vage onveiligheidsgevoelens. Het blijven hints, want Waaiendijk houdt zeker geen preek. Met alle vormen van zuurte wordt tijdens deze anderhalf uur durende voorstelling eens hartelijk gelachen.' — Geert Van Der Speeten, De Standaard
Stofzuigermadam: Ilse Berghmans
Grellige Bomma: Irene Vervliet
Lutgard Fonteyn: Sofie Decleir
Pol Proost: Jurgen Delnaet/Peter Thyssen
Gaston van Plaffeturen Proost: Gert Jochems
Speaker: Gilbert Wijdoogheede
Zwaaimens: Autostrademan
Charlot Engelkes & Dansmarieke & Surfmadam: Vanessa Broes
Tekst: Bart Van Nuffelen
Regie: Bart Van Nuffelen & Johan Petit
Kostuums: Tom Clement & Lisette Clement
Decor: Sven Roofthooft & Manu Siebens
Regieassistentie: Ruth Beeckmans
Productie: Dave Van Gestel & Britt Kennis